Hoe meet ik AC-spanning

Hoe meet ik AC-spanning
  1. Zet de draaiknop in de stand ṽ. Sommige digitale multimeters (DMM's) hebben ook een m ṽ-functie. Als de spanning in de stroomkring niet bekend is, stelt u het bereik in op de hoogste spanningsinstelling en zet u de draaiknop op ṽ.

    Opmerking: De meeste multimeters worden opgestart in de Autorange modus. Hierdoor wordt het meetbereik automatisch geselecteerd op basis van de aanwezige spanning.

  2. Sluit het zwarte snoer aan op de COM-aansluiting.
  3. Sluit vervolgens het rode meetsnoer aan op de VΩ-aansluiting. Maak na de meting de meetsnoeren los in de omgekeerde volgorde: eerst rood, dan zwart.
  4. Sluit de meetsnoeren aan op de stroomkring: eerst het zwarte snoer, dan het rode.

    Opmerking: AC-spanning heeft geen polariteit.

    Let op: Zorg dat uw vingers de meetsnoerpennen niet raken. Zorg dat de pennen niet met elkaar in contact komen.

  5. Bekijk de meetwaarde op het display. Verwijder na afloop eerst het rode meetsnoer en dan het zwarte.

Andere nuttige functies bij het meten van AC-spanning

  1. Druk op de toets RANGE om een specifiek vast meetbereik te selecteren.
  2. Houd de toets HOLD ingedrukt voor een stabiele meting. Deze kan worden bekeken nadat de meting is voltooid.
  3. Druk op de toets MIN/MAX om de laagste en hoogste meetwaarde te registreren. De DMM geeft bij iedere nieuwe uitlezing een pieptoon.
  4. Druk op de toets voor de relatieve meetfunctie (REL) om de multimeter in te stellen op een specifieke referentiewaarde. Metingen boven en onder de referentiewaarde worden weergegeven.

    Opmerking: Vermijd deze veel voorkomende en ernstige fout: de meetsnoeren in de verkeerde ingangsaansluitingen steken. Er kunnen bijvoorbeeld gevaarlijke vlambogen optreden. Zorg ervoor dat u het rode meetsnoer bij het meten van AC-spanning aansluit op de ingang met de V, niet die met de A. Op het scherm moet het symbool ṽ worden weergegeven. Als de meetsnoeren worden aangesloten op A- of mA-ingangen en vervolgens de spanning wordt gemeten, treedt er kortsluiting op in het meetcircuit.

Analyse van AC-spanningsmetingen

  • AC-spanningsbronnen vertonen over het algemeen schommelingen in de AC-spanning uit stroomverdeelinrichtingen.
  • Als de spanning afwijkt van een verwacht meetresultaat, zal deze meestal lager zijn dan normaal.
  • De in AC-voedingssystemen gemeten spanning moet gewoonlijk tussen de -10% en +5% liggen.
  • Spanningsmetingen op verschillende punten in een systeem kunnen van elkaar afwijken. Raadpleeg het onderstaande overzicht.
Spanningsbereiken in systemen*
Voeding Servicebereik Bereik gebruikspunt
Voldoende Aanvaardbaar Voldoende Aanvaardbaar
120, 1Φ 114 - 126 110 - 127 110 - 126 106 - 128
120/240, 1Φ 114/228 - 126/252 110/220 - 127/254 110/220 - 126/252 106/212 - 127/254
120/208, 3Φ 114/197 - 126/ 110/191 - 127/220 110/191 - 126/218 106/184 - 127/220
120/240, 3Φ 114/228 - 126/252 110/220 - 127/254 110/220 - 126/252 106/212 - 127/254
277/480, 3Φ 263/456 - 291/504 254/440 - 293/508 254/440 - 291/504 264/424 - 293/508

* in volt

Referentie: Digital Multimeter Principles door Glen A. Mazur, American Technical Publishers.

Vind de juiste multimeter

Misschien bent u geïnteresseerd in

Chat met onzeFluke-assistent
Chat wissen